Over de menselijke behoefte aan bevestiging
‘Wat vind je nou echt van mijn functioneren?’ vroeg ze haar leidinggevende, ‘Ik weet eigenlijk niet met welke criteria je me beoordeelt en of ik voldoe.’
Haar leidinggevende aarzelde even. ‘Je weet best hoe ik over je denk.’ Het was even stil. ‘Ik denk dat het belangrijk is dat je uitzoekt waarom je er zoveel behoefte aan hebt om te weten wat anderen van je vinden. Ik zou graag zien dat je mijn bevestiging niet nodig hebt. Misschien kunnen jullie daaraan werken in de coaching.’ Vervolgens keek ze mij verwachtingsvol aan.
Tja, daar zat ik dan.
Ik moest denken aan het ‘Still Face’ experiment.
Bekijk het filmpje maar even. Het gaat mij door merg en been.
Het filmpje maakt duidelijk hoe basaal bevestiging is in een mensenleven. Door elkaar aan te kijken en op elkaar te reageren ontstaat er een plezierige interactie tussen moeder en kind waar beiden door floreren. Als die interactie uitblijft, dan ontstaat er onrust, stress en uiteindelijk paniek bij het kind.
Sue Johnson heeft in haar werk als relatietherapeute en onderzoekster aangetoond dat er vergelijkbare patronen werken tussen paren met een langdurige relatie. Ze zoeken interactie bij elkaar, reageren met kleine verbale en non verbale uitingen op elkaar en zo kan er een positieve interactie ontstaan van gezien, gevoeld en gehoord worden. Bevestiging is een basaal uitgangspunt voor een gezonde menselijke interactie. In die interactie kan van alles misgaan en escaleren in een negatieve spiraal, vergelijkbaar met wat je ziet op het filmpje op het moment dat de moeder haar gezicht stil houdt en niet reageert op de baby.
Een ander voorbeeld uit de kinderwereld:
Een serveerser komt bij een tafeltje om de bestelling op te nemen van een klein gezin. Het vijfjarige dochtertje doet gelijk haar bestelling: ‘Ik wil een hog dog, frietjes en een cola.’ ‘Nee hoor,’ zegt haar vader streng, en hij zegt tegen de serveerster: ‘Zij krijgt een gehaktbal, aardappelpuree en melk.’ De serveerster kijkt glimlachend naar het kind en zegt: ‘Nou schatje, wat wil je op je hot dog?’ Als ze wegloopt, is het even stil. Tot het kleine meisje stralend zegt: ‘Ze denkt dat ik echt ben’. (uit het boek van Tara Brach, Radical Acceptence. Zij heeft het weer uit het boek Stories of the Spirit, Jack Kornfield and Christiana Feldman)
We hebben in organisaties gezonde menselijke interacties nodig. Vooral de leidinggevende kan een cruciale positie innemen in het op gang brengen en verzorgen van die bevestigende interactie zodat mensen floreren. Mensen willen erkenning voor wie ze zijn en wat ze bijdragen. Het gaat niet alleen om waardering, maar ook om erkenning van gevoelens en gezien worden in wie je bent.
Nu weer terug naar het voorbeeld uit het begin. Wie moet in deze situatie veranderen? De coachee of haar leidinggevende?
Als je coach was (misschien ben je wel coach), hoe zou je met deze coachee en leidinggevende omgaan? Wat zou je zeggen?
Denk er even over.
Zo heb ik het bij deze coachee aangepakt:
Toen de leidinggevende me zo aansprak heb ik haar suggestie op mijn bordje genomen. Ik kende de coachee al wat langer en wist dat dit een thema voor haar was. Ze vroeg zich steeds af of het wel goed genoeg was wat ze deed in haar werk.
We hadden al een paar sessies gewerkt met EFT (Emotional Freedom Technique). De sessie na dit driegesprek ben ik met haar gaan werken met een ingewikkelder versie van EFT die Matrix Reïmprinting wordt genoemd. Daarbij werk je met een innerlijk kind dat emoties van vroeger vastgehouden heeft waardoor je die emoties steeds herhaalt in vergelijkbare omstandigheden of bij vergelijkbare gedachten. Bij haar ging het om onzekere gevoelens die een knoop vormden in haar buik. Ze was als kind onzeker over wat anderen van haar vonden. Ze werd geregeld gepest.
In één specifieke herinnering had ze zich verstopt achter een haag omdat ze bang was voor haar leeftijdgenootjes. Ik klopte op haar terwijl zij zich voorstelde dat ze klopte op dat kleine meisje achter de haag. Ze realiseerde zich dat ze voor dat kleine meisje de steun kon zijn die ze destijds gemist had. Ze nam de tijd om zich dit voor te stellen. Het was ontroerend om te zien hoe haar gezicht zachter werd tijdens de sessie.
In het coachingsgesprek daarna, drie weken later, vertelde ze me dat ze zich veel rustiger voelde. Ze was er verbaasd over. Het leek haar dat ze een andere basishouding had. Ze was minder hard aan het werk, ze leek wat minder betrokken, wat haar ruimte gaf om helder na te denken en te doen wat nodig was, meer niet. Zo hield ze tijd over om werkelijk bij te komen van haar burn-out.
En ik denk dan bij mezelf: ze geeft zichzelf nu de steun en bevestiging die ze eerst ijverig bij anderen probeerde te halen.