Supervisie en chronische stress
Voor coaches
Weet jij hoe je het beste een coachee kan coachen die in de overdrive staat? Dit artikel is bedoeld voor coaches en coachsupervisoren die valkuilen willen vermijden bij het begeleiden van mensen met burn-outklachten. Het is een valkuil voor de coach om een coachee mentaal aan het werk te zetten terwijl ze te uitgeput is om cognitief goed te functioneren.
Casus inbrengen
Joke werkt sinds drie jaar als coach. Ze is enthousiast en betrokken bij haar coachees. Ze neemt als supervisant deel aan groepssupervisie. Tijdens een bijeenkomst brengt ze de volgende casus in over Eveline.
Eveline is 45 jaar en werkt op de Zuidas. Ze maakt werkweken van 50 uur. Ze wil leren om beter haar grens te bewaken in haar werk zodat ze in het weekend meer energie over heeft om te sporten. Ze doet aan trailrunning. Haar leerdoel voor coaching: Ze wil assertiever optreden naar haar leidinggevende en collega’s. Ze wil zo vaak nee kunnen zeggen dat ze haar werk in 36 uur kan doen.
De coach, Joke, heeft in de eerste vier gesprekken gewerkt met simulaties en met de RET (Rationeel Emotieve Therapie, een vorm van cognitieve therapie). Maar Eveline blijft klagen over de leidinggevende en lijkt machteloos om haar invloed te pakken. Ze komt steeds zwetend binnen, praat gehaast en zit op het puntje van haar stoel. Ze zegt dat het geen zin heeft om nee te zeggen omdat collega’s en leidinggevenden dan ‘ja, maar..’ zeggen en het toch weer op haar bordje leggen. Het lijkt erop dat het Joke niet lukt om wat ze tijdens de gesprekken leert toe te passen in haar leven. De vraag van Joke: ‘Hoe breng ik haar leerproces meer op gang?’
Vragen van andere supervisanten
Tijdens de bespreking van deze casus brengen de andere supervisanten verschillende vragen in zoals:
- Hoe zit het met de energie van Eveline?
- Hoe is het met de concentratie van Eveline tijdens het gesprek?
- In hoeverre is de leidinggevende betrokken bij dit traject?
Joke zegt dat Eveline veel energie heeft, ze doet tenslotte veel aan sport. Trailrunning is een heel intensieve sport waar Eveline veel weekenden voor op stap gaat om mooie trails te lopen. Bij vraag twee zegt ze dat Eveline snel praat en snel lijkt te denken. Joke valt even stil en zegt dan: ‘Ze zegt veel “ja maar”. Ze blijft eigenlijk in een vaste groef met haar gedachten. Ze lijkt moeite te hebben om een ander perspectief in te nemen.‘ Op vraag drie zegt Joke dat er na het vijfde gesprek een driegesprek is met de leidinggevende erbij om de leerdoelen te bespreken. Wegens vakanties en drukte was het niet gelukt om dit eerder in te plannen.
Deze informatie roept weer andere vragen op bij de groep. Zoals:
- In hoeverre lukt het Eveline om uit te rusten van haar volle werkweek?
- Wat merk jij bij jezelf als je aan deze coachee denkt?
Joke zegt dat Eveline uitrust door te sporten. Zo komt ze bij. Eveline kijkt er altijd erg naar uit.
Aandacht naar binnen
Voor vraag 5 nodigt de supervisor Joke uit om met haar aandacht naar binnen te gaan en op te merken wat Eveline met haar doet. Ze gaat met haar ogen dicht zitten en is even stil. De groep geeft haar de tijd om te ontdekken wat er in haar leeft. ‘Ik merk dat ik onrustig word. In het gesprek voel ik haar appèl om snel te gaan. Nu ik zo bij mezelf blijf ervaar ik onmacht. Onmacht en ook wel … verdriet. Het doet me verdriet dat ze zichzelf voorbij rent. Dat is een thema dat ik ook ken: Mezelf voorbij rennen.’ Joke blijft stil zitten. Ook de groep is stil. Een paar zitten er met gesloten ogen. Anderen kijken met zachte ogen naar Joke. Waar haar gezicht eerst verdriet uitdrukt, ontspant het en wordt het zachter. Na een tijdje zegt ze: ‘Dit voelt rustiger… Dit is wat ik zelf nodig heb en wat ik haar gun.’
Langzaam beweegt Joke zich meer, rekt zich uit en doet haar ogen open. De sfeer in de groep is heel rustig.
Supervisor: ‘Als je wilt, schrijf dan nu ieder voor jezelf op wat dit navoelen met je doet. Daarna kun je dat delen als het passend voor je is.’ Na een tijdje zegt de supervisor: ‘Schrijf ook op welke vraag je nog wil stellen aan Joke.’
Na een paar minuten geeft de supervisor weer het woord aan Joke.
Inzichten van de coach
Joke: ‘Ik word ingezogen in haar snelheid. Snel iets willen oplossen, fixen. Ik merk dat ik dat met de RET heb geprobeerd. Maar daarmee versterk ik haar patroon van iets fixen en weer doorgaan. Net als rust nemen voor mij een thema is, is dat het ook voor haar. Ze heeft me verteld dat ze bijna nooit pauzes neemt.’
Vanuit de groep: ‘Wat heeft je coachee werkelijk nodig nu?’
Joke: ‘Dat weet ik niet. Misschien moet ik met haar bespreken wat ik aan onrust merk bij haar. Dan zou ik met haar kunnen uitzoeken wat ze echt nodig heeft. Misschien moeten we samen haar leerdoel herzien.’
Vanuit de groep: ‘Welke rol kan de leidinggevende vervullen?’
Joke: ‘Als we de leerdoelen herzien dan kan ik dat daarna bespreken in het driegesprek met de leidinggevende. Die moet weten wat we afspreken zodat zij de coachee goed steun kan geven. Samen kunnen we tot een ander doel komen waarin rust nemen, hersteltijd nemen, een plek krijgt.’
Supervisor: ‘Hoe kijk je nu terug op je leervraag: ‘Hoe breng ik haar leerproces meer op gang?’
Joke: ‘Het gaat nu waarschijnlijk niet zozeer om haar leerproces, als wel om haar herstelproces. Eerst moet ik er samen met Eveline achter komen of dat klopt.’
Vanuit de groep: ‘Ben jij degene die haar hierop gaat coachen?’
Joke: ‘Ik denk dat ik me niet zeker genoeg voel om dat te doen. Ik ben niet gewend om dat te begeleiden.’
Vanuit de groep: ‘Wat heb jij nodig om haar te coachen?’
Joke: ‘Dit. Deze ervaring van voelend aanwezig zijn. Deze ervaring van rust.’
Vanuit de groep: ‘Wat heb jij nodig om je er zekerder in te voelen?’
Joke: ‘Ik heb iets van mindfulness nodig voor mezelf zodat ik het gesprek vanuit rust in kan gaan. Als ik rust uitstraal, kan dat een uitnodiging zijn voor haar om rustiger te worden. Ik wil haar voorstellen om een ontspanningsoefening te doen.’
Vanuit de groep: ‘Je kunt haar altijd nog doorverwijzen naar een goede stress- en burn-outcoach, en ook naar haar huisarts. Misschien is er een onderliggend fysiek probleem waardoor ze zoveel stressklachten heeft.’
In burn-out gespecialiseerde supervisoren
Mocht je individuele of groepssupervisie willen van een erkend supervisor (ESIA) die gespecialiseerd is in stress en burn-outklachten (volgens de CSR aanpak), dan kun je op de website van MySupervisor bij deze supervisoren terecht:
Zij kunnen je superviseren in het herkennen van dit soort valkuilen en in het vormgeven van groepsbijeenkomsten waarbij verschillende werkvormen elkaar kunnen afwisselen, zoals hier het stellen van vragen met het invoelen van wat iets met je doet. Ze hebben expertise in het helpen opbouwen van veiligheid en openheid in een intervisie- of supervisiegroep.
Voor supervisoren
Hier volgt een reflectie voor supervisoren op de volgende vraag: Gaat het om een leerproces of een herstelproces?
Het hoofd doet het niet goed
Heb je wel eens gehoord van het Chronische Stress Syndroom? Dit begrip wordt gebruikt bij CSR Expertisecentrum stress & veerkracht. Het is een geheel van klachten die voortkomen uit overbelasting van het lichaam zonder dat er voldoende hersteltijd tegenover staat.
Eén van de kenmerken, als deze roofbouw maar lang genoeg duurt, is dat het cognitieve functioneren wordt aangetast. Het geheugen doet het minder goed, het concentratievermogen neemt af, het vermogen om besluiten te nemen en prioriteiten te kiezen gaat haperen. Kortom het hoofd doet het niet goed. Het brein is overbelast en staat in een overlevingsstand. Daardoor is het moeilijk om nieuwe dingen te leren.
Over de casus van Joke
Sporten kan helpen om mentaal los te komen van het werk. Om het hoofd leeg te maken. Maar sporten helpt niet om het lichaam tot rust te laten komen. De symptomen die Joke noemt, haastig praten, veel zweten, onrust uitstralen, doen de supervisor vermoeden dat Eveline in de overdrive staat en te weinig tot rust komt.
Het lijkt erop dat dit al heel lang het geval is. Vijftig uur werken, weinig pauzes nemen en zo intensief sporten putten het lichaam uit. Als laatste gaat het brein haperen. Ze kan dan moeilijk nieuwe dingen leren, zichzelf afremmen of prioriteiten stellen. Routinematig werken zal nog wel lukken, maar om patronen te veranderen of nieuw gedrag te leren is een uitgerust brein nodig. Cognitieve therapievormen als RET werken dan niet of zelfs averechts.
Wat Eveline nodig heeft is hersteltijd om de overdrive geleidelijk tot rust te laten komen. Een goede stresscoach kan haar daarin begeleiden. Of een coach die de client op een passende manier begeleid naar rust. Om te beginnen door te hercontracteren op het doel en de aanpak. Als de werkgever het traject betaalt is het belangrijk om de leidinggevende bij dit hercontracteren te betrekken. Verder kan de coach ervoor zorgen dat ze zelf geankerd is in rust en werkt met meditatieve of mindfulness oefeningen met zichzelf en in de sessies met de coachee.
Burn-out of Chronische Stress
Burn-out is een maatschappelijk verschijnsel dat steeds meer voorkomt. 1 op de 5 (19 %, cijfers CBS over 2023) ervaart psychische vermoeidheid op het werk. Voorheen werd dit omschreven als ‘burn-outklachten’. Als coach en supervisor is het heel belangrijk om hier alert op te zijn.
Terzijde: De term psychische vermoeidheid kan misleidend zijn. Bij langdurige vermoeidheid is er meestal sprake van fysiologische ontregeling. De vermoeidheid is dus niet alleen maar psychisch.
Wees je tijdens het bespreken van casussen bewust van de rol van stress en chronische stress bij het leerproces. Mensen kunnen tijdens een coachgesprek vaardigheden leren die ze tijdens een situatie op het werk niet inzetten. Wat dan een rol kan spelen is dat hun brein in de stress stand staat door uitputting.
Als de uitputting zich al langer heeft opgebouwd, kun je denken aan overspannenheid of burn-out. Dan is het zinvoller om te werken aan herstel van deze roofbouw dan aan het leren van vaardigheden of het veranderen van overtuigingen.
Wat doe je als het hoofd van de coachee het niet doet?
De RET kan te belastend zijn voor het denkvermogen van de coachee. Ook het intrainen van nieuw gedrag kan teveel gevraagd zijn. Laat het in zo’n geval los om de coachee te proberen iets te leren. Hersteltijd gaat voor. Eerst is het nodig dat Eveline herstelt van roofbouw zodat haar hoofd het weer gaat doen. Het brein herstelt zich als laatste in het hele herstelproces.
Als haar lichaam en brein voldoende hersteld zijn is het misschien niet eens nodig dat ze leert om assertief te worden. De kans is groot dat ze zich zekerder voelt als haar hoofd het weer doet. Het kan zijn dat ze zich herinnert hoe ze assertief moet zijn omdat ze uit de hypermodus komt, omdat ze tot rust komt. Dan weet ze weer welke keuzes ze wil maken in haar werk zodat ze grenzen stelt en voldoende voor zichzelf zorgt. Mocht het toch nodig zijn dat ze assertiever wordt, dan is dat makkelijker op het moment dat ze uitgerust is.
Een voorbeeld hoe CSR coaching kan uitpakken
Ik zal een voorbeeld geven uit mijn praktijk van Peter die ik coachte als CSR stresscoach. Hij is net als Eveline iemand die intensief en veel sport. Ook hij neemt weinig rust. Ik neem hem de CSR vragenlijst af waarmee de zwaarte van de stressklachten, depressie en angst, herstelbehoefte, vermoeidheid en cognitief functioneren een score krijgen. Zijn scores op vermoeidheid zijn behoorlijk hoog voor iemand die zo fit is. Ook de score op cognitief functioneren zit in het rood. Vervolgens geef ik informatie over stressfysiologie. Omdat Peter net als Eveline van een uitdaging houdt, daag ik hem uit om elke dag om de twee uur een kwartier liggend te rusten. Hij neemt de uitdaging aan. Na twee weken merkt hij al verschil. Hij slaapt beter, hij breekt een persoonlijk record in het hardlopen, hij heeft meer energie en zijn hoofd is helderder. Na vier weken vult hij de vragenlijst opnieuw in. Alle scores blijken in gunstige zin te zijn veranderd en komen in het ‘groen’.
Hoe breng je je supervisant tot dit inzicht?
In de groepen waar ik als supervisor mee werk stel ik voor om te starten met een meditatieve oefening. Dit heeft als doel om de supervisanten tot rust te brengen, zich van daaruit met elkaar te verbinden en een diepgaander leerproces op gang te brengen.
De sfeer die zo ontstaat nodigt uit om te voelen en te zijn. In mijn ervaring nodigt dat meer uit tot vragen en er worden minder adviezen gegeven.
In deze casus wordt de supervisant, Joke, meegezogen in de snelheid van haar coachee. De supersvisiegroep heeft er een gewoonte van gemaakt om te werken met meditatieve oefeningen en voelend verkennen van wat er leeft. Daarom is het voor Joke makkelijk om naar binnen te keren bij de vraag: ‘Wat merk jij bij jezelf als je aan deze coachee denkt?’
Dus door de groep te stimuleren om voelende en meditatieve oefeningen met elkaar te doen, is het veilig genoeg voor elke supervisant om met de aandacht naar binnen te gaan en de tijd te nemen om bij zichzelf na te voelen wat een coachee teweeg brengt.
Welke valkuil vermijd je zo?
Waar ik als supervisor alert op ben, is dat chronische stress het leren in de weg kan zitten. Het hoofd doet het niet goed meer. Of het kost het hoofd heel veel energie om te functioneren. Dan heeft herstel van chronische stress prioriteit boven het leren van vaardigheden of het veranderen van overtuigingen.
Verder onderzoekt Joke samen met de groep in hoeverre ze besmet is met het thema van de coachee. De valkuil voor Joke is dat ze ingezogen wordt in de snelheid of onrust van haar coachee. Op het moment dat ze zich hier bewust van wordt, kan ze zich er los van maken.