Worstel en kom boven
Roely weet het nog niet. Zal ze opnieuw manager worden? Ze is het eerder geweest en hield niet van het gezeur. Er was altijd wel wat en ze kon haar medewerkers soms wel schieten. ‘Er was vaak een hoop flauwekul om niks. Ik snap niet dat ze er zo’n potje van maakten en hun zaakjes niet aanpakten. Ik kon me er zo over opwinden!’
Eigenlijk wil ze het niet meer. Gewoon een probleemloze baan zonder geworstel. Het kost haar teveel energie.
Aan de andere kant, vrienden komen wel naar haar toe met hun vragen en problemen. Ze zijn gesteld op haar nuchtere kijk. En ze vindt het leuk om een proces te verhelderen. Ze zegt mensen waar het op staat.
Dit vroeg Roely me: ‘Hoe ga jij om met het geworstel in je werk? Hoe doe jij dat nou als je klanten je in gedachten bezet houden?’
Tja hoe doe ik dat nou? Of groei je na 20 jaar coachen over het geworstel heen?
Nee, ik ben er niet overheen gegroeid. Ik kom nog steeds situaties met coachees tegen waar ik mee worstel. Waar ik me kwaad over maak of die me raken. Dat hoort ook bij het betrokken zijn. Bij het mee resoneren met het probleem van de ander. Ik raak er wel steeds minder in verloren en bewaar een plek in mezelf als een bootje dat langs het gespartel van mijzelf en de coachee vaart.
Lindenbomen
Als ik merk dat een coachee me dwars zit, merk ik dat soms pas buiten de sessies om. Ik denk vaak aan Rein omdat hij nog steeds hard werkt terwijl hij eigenlijk oververmoeid is. Ik maak me zorgen dat Irma niet herstelt en dat zij haar doelen niet haalt in de afgesproken tijd die er voor de coaching staat. Ik merk het omdat ik niet meer open sta voor de geur van de lindenbomen op de Havenstraat. Dat ik ongemerkt thuis kom en niet heb gezien dat Tera amarillissen voor haar bloemenstal heeft staan.
Deze fase is er één die enkele weken kan aanhouden of enkele seconden. En alle varianten daartussen. Net zo lang tot het tot me doordringt dat het me bezet houdt. Zodra ik dat opmerk, zie ik het als iets in me dat aandacht nodig heeft en is het tijd voor fase 2: Ja zeggen tegen wat ik voel. Ja zeggen tegen wat er aan de hand is. Ja zeggen tegen waar Rein in verzeild is geraakt. Ja zeggen tegen mijn worsteling met de zorgen om Irma. Dat helpt me om de worsteling waar te laten zijn en er niet langer tegen te vechten of er mee samen te vallen. Het ja zeggen biedt me dat bootje van waaruit ik de strubbelingen in het water kan waarnemen. Dat geeft ruimte voor verbazing en onderzoek, voor niet weten en vragen. En dat brengt weer inzichten die van een andere orde zijn. Het helpt me te bespreken waar het echt om gaat met de coachee of met vakgenoten. Juist die worsteling brengt me daar.
Bloemen
Ik vertel Roely over inter- en supervisie en het nooit alleen hoeven doen omdat ik mensen om me heen heb met wie ik mijn geworstel kan bespreken. Andere coaches die zelf ook worstelen met de vragen van hun coachees. Ze helpen me zaken weer helder te zien zodat ik zelf weer rustig kan slapen en kan genieten van de bloemen in Tera’s bloemenstal als ik daar langs fiets.
Roely klaart op. Intervisie. Uitwisselen met anderen. Dat vindt ze leuk. Daar geniet ze altijd van. Ja, natuurlijk kan dat in haar nieuwe werk. Ze gaat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.
Luctor et emergo. Je hoeft het niet alleen te doen.